Een man op toneel met een paraplu in zijn handen vraagt aan de volle zaal, wie heeft deze bij de garderobe laten staan? Niemand reageert positief, waarop de man 2 mensen uit de zaal uitnodigt om op het podium plaats te nemen. Graag, zegt hij, wil ik dat jullie me allebei 3 cijfers geven dan zet ik daar 06 voor en hebben we een telefoonnummer. Het nummer wat hierdoor ontstond werd gebeld door de toneelmijnheer.
Hallo met Mieke, klonk aan andere kant van de lijn. Dag Mieke mag ik vragen waar je woont? In Limburg, met wie spreek ik? U spreekt met Pieter Zandvliet, ik ben Professor in kansberekeningen en numerologie. Ik heb goed nieuws voor je, ik heb hier je paraplu. Sorry hoor maar ik mis geen paraplu. Is dit een grap?
Bovenstaand verhaal heeft werkelijk plaatsgevonden en de Professor maakte hiermee duidelijk dat de kans het winnend staatslot te winnen nog kleiner is, als dat de paraplu van Mieke zou zijn.
Met dit in het achterhoofd begon ik mijn snelschaakpartij tegen Frank. Mijn eerste voordeel was dat Frank ipv Mieke wel in de zaal was, dat gaf mij een behoorlijke kans te winnen. Mijn tweede voordeel was dat het niet om een paraplu ging maar om de winst. Niemand in de zaal mocht iets roepen tijdens de partij, ook dat bevorderde mijn winstkansen. Het geluk lachte mij toe en Frank gaf me de hand.
Vrijdags kocht ik voorzien van paraplu een staatslot, bedankt Pieter!
Bijna alle namen in dit stukje zijn fictief.
Prettige vakantie en tot schaaks, Kortsnoi